Reden 1: echter’ gaat vaak fout
‘Echter’ kan op twee plaatsen in een zin worden gebruikt: in het midden van de zin en aan het begin van de zin.
In dat laatste geval gaat het vaak mis.
Hoe het niet hoort:
Ik dacht dat hij ziek was. Echter bleek dat niet zo te zijn.
Wat gaat hier mis?
- Na ‘echter’ aan het begin van de zin hoort een komma.
- Na de komma volgt het onderwerp [dat] en daarna pas de persoonsvorm [bleek].
Hoe het wel hoort:
Ik dacht dat hij ziek was. Echter, dat bleek niet zo te zijn.
Reden 2: ‘maar’ is minder afstandelijk
‘Echter’ is vooral een schrijftaalwoord en veel mensen ervaren dit als formeel en afstandelijk. Wanneer je dit niet wilt, vermijd dan ‘echter’.
Gelukkig kun je ‘echter’ eenvoudig vervangen door ‘maar’.
- Ik dacht dat hij ziek was. Echter, dat bleek niet zo te zijn.
- Ik dacht dat hij ziek was, maar dat bleek niet zo te zijn.
Reden 3: ‘maar’ is makkelijker
‘Maar’ is ook nog eens makkelijker en daardoor sneller te lezen. Probeer dit maar uit met de zinnen bij reden 2. Goed om te weten is dat zowel lager als hoger opgeleiden dit zo ervaren*.
*Dit blijkt uit onderzoek van H. Pander Maat & J. Gravekamp (2022). Tijdens dit onderzoek werd onder hogere opleidingen afgeronde hbo- en wo-opleidingen verstaan.