Heb jij je collega, klant of manager wel eens bestudeerd toen zij een e-mail of rapport aan het lezen waren?
Nog nooit gedaan? Toch eens doen wanneer je de kans krijgt. Helemaal interessant wanneer ze jouw tekst aan het lezen zijn.
Let vooral op fronsende blikken, of gezucht en gesteun. Of misschien zie je wel een brandend vraagteken op hun voorhoofd verschijnen.
Wanneer je dit ziet of hoort, heb je – vaak zonder dat zij hier zelf erg in hebben – te maken met GEÏRRITEERDE LEZERS.
Waar ergeren lezers zich aan?
Dat kan van alles zijn. In dit artikel krijg je van mij de ergerlijkste struikelblokken waar jouw lezers over kunnen vallen. Met bijpassende tips natuurlijk, zodat jouw teksten een feestje zijn om te lezen!
De 10 ergerlijkste struikelblokken in zakelijke teksten – en hoe die te voorkomen
1. Onbekende woorden
Onbekende woorden vragen telkens om een korte denk- en leespauze. En bij een teveel aan ‘geheime taal’ haken je lezers echt af, waardoor jij jouw doel waarschijnlijk niet zal bereiken.
Voorkom dus geheimtaal in je teksten.
2. Te hoge informatiedichtheid
Zie je dat de lezer zijn pen met de regels laat meebewegen? Dan bevatten je zinnen echt teveel woorden. Zulke zinnen vragen van je lezers enorm veel concentratie, doorzettingsvermogen én kostbare tijd.
Wil je dat jouw zinnen vlot te lezen zijn? Vertel dan slechts één boodschap per zin.
3. Taalfouten
Sommigen zien ze niet, en anderen zien ze direct. En vooral die laatsten ergeren zich mateloos aan jouw onzorgvuldigheid.
Knarsetandend willen ze het liefst jouw schrijffouten verbeteren. Wil je dit voorkomen? Lees dan deze 7 tips voor foutloze teksten.
4. Onduidelijke verwijzingen
Een veelvuldig gebruik van verwijswoorden (die, deze, hiermee, daardoor, etc.) laat je lezers flink puzzelen. Nu kan dit een leuke hobby zijn, maar op je werk kun je hier behoorlijk kriegel van worden.
Zorg dus dat het klip-en-klaar is waar een woord naar verwijst.
5. Afkortingen
Wat betekent t.g.v. volgens jou? Om dit zeker te weten, zet je de afkorting toch weer om in woorden. Iets wat je – vaak onbewust – bij elke afkorting doet die je te zien krijgt. Gek genoeg kost een afkorting dus méér leestijd.
Je maakt het je lezers gemakkelijker wanneer je afkortingen gewoon voluit schrijft.
6. Irrelevante informatie
‘Huh, waar gaat dit over?’ Wanneer je je dit tijdens het lezen van andermans teksten afvraagt, ben je waarschijnlijk op voor jou irrelevante informatie gestuit. Een struikelblok waar je niet op zit te wachten.
Denk dus bij je eigen teksten goed na over wat jouw lezers willen lezen. En dat kan iets heel anders zijn dan wat jij aan hen kwijt wil. Dit is een slimme schrijftechniek om je daarbij te helpen.
7. Ontbreken van een heldere structuur
Teksten zonder heldere structuur dwingen je om de héle tekst te lezen. En daar heb je vaak geen tijd voor. En al helemaal geen zin in.
Zorg er dus voor dat jouw tekst een heldere en logische structuur bevat. Jouw lezers kunnen het geheel dan snel op hoofdlijnen scannen.
8. Vage woorden
Relatief veel, weinig, meer, vaak. Dit soort vage woorden roepen eerder vragen op dan dat ze vragen beantwoorden.
Zorg er dus voor dat je concrete, feitelijke woorden gebruikt zodat jouw lezers een helder beeld van de situatie krijgen.
9. Ontbrekende of niet sluitende argumentatie
Geoefende lezers leggen vrijwel direct, en vlijmscherp hun vinger op ‘het lek’ in jouw betoog.
Controleer je argumentatie dus altijd grondig op volledigheid en deugdelijkheid.
10. Dubbele spaties
Ja echt! Er zijn mensen die zich hier enorm aan storen. Zie jij zelf deze extra witruimte niet?
Gebruik dan dit handige trucje om alle dubbele spaties in één keer op te sporen en te verwijderen.