Terwijl een whatsappbericht naar een goede vriend best een schrijffoutje mag bevatten, kan een fout in een zakelijke tekst vervelende gevolgen hebben.
Lees de ingezonden boze brieven in de krant maar eens: er zijn genoeg lezers die journalisten graag op hun flaters wijzen.
Iedereen kan een schrijffout maken. Alleen hebben veel mensen niet door dát ze woorden fout schrijven.
Daarom heb ik de 10 meestgemaakte schrijffouten die ik tegenkom – in willekeurige volgorde – voor je op een rij gezet.
1. E-mail of email?
Wat mogelijk voor verwarring zorgt, is dat in het Engels zowel de schrijfwijze e-mail als email gebruikt wordt. Maar in het Nederlands is alleen het woord e-mail correct.
Het woord e-mail is namelijk een verkorting van het Engelse electronic mail. En in het Nederlands krijgt een samenstelling met een losse letter altijd een koppelteken.
Het is dus: e-mailadres, e-mailbericht en e-mailverkeer.
Mocht je nu denken ‘Ach wat maak je je druk over dat streepje’, weet dan dat het Nederlandse woord email iets heel anders betekent. Email is een glasachtig dun laagje op metaal of aardewerk. En email is ook nog eens ‘tandglazuur’. Email verstuur je dus in elk geval niet.
Ga je voor de makkelijke weg?
Laat dan gewoon de ‘e’ en het streepje weg. Het woord mail mag gelukkig ook.
Wil je ook weten hoe je het werkwoord e-mailen vervoegt? Lees dan deze schrijftip over het vervoegen van Engelse leenwerkwoorden.
2. Ervan uitgaan, er vanuit gaan of ervanuitgaan?
De juiste schrijfwijze is: ervan uitgaan.
Uitleg
‘Uitgaan van’ is het hele werkwoord. Dat betekent dat ‘uit’ aan het werkwoord vast zit en ‘van’ niet. ‘Van’ wordt dus gekoppeld aan het andere bijwoord en ‘uit’ niet. Het wordt dan: ‘ervan uitgaan’ en ‘Wij gaan ervan uit dat…’
3. Me of mijn?
Ai. Dit is helaas een taalfout in opkomst. Me huis, me auto, me baan.
Ja, het klopt dat bezittelijk voornaamwoorden zo kunnen klinken als je ze snel (of slordig) uitspreekt. Maar nee, het woord ‘me’ schrijf je nooit wanneer je het woord ‘mijn’ bedoelt.
Het is dus: mijn huis, mijn auto en mijn baan. Het gaat namelijk over jouw bezit.
Wanneer gebruik je ‘me’ dan wel?
Me gebruik je alleen als dat naar jezelf verwijst.
Goed:
Wil je me de telefoon even aangeven? (me = persoon/jezelf)
Fout:
Waar is me telefoon gebleven? (me verwijst niet naar jezelf maar naar jouw bezit, het is jouw telefoon)
Goed:
Waar is mijn telefoon gebleven? (mijn = bezit)
4. Sowieso, zowiezo, zo-wie-zo of zo wie zo?
Al deze schrijfwijzen kom ik tegen. Toch is er maar één juiste spelling van het woord, en dat is: sowieso.
Dus geen ‘z’ en netjes aan elkaar geschreven.
5. Los of vast?
Een lange termijnstrategie betekent echt iets anders dan langetermijnstrategie. En toch zie je steeds vaker dat woorden die bij elkaar horen, gescheiden zijn door een spatie.
Hoe weet je nu of je een woord aan elkaar moet schrijven? Een handige tip is om te bedenken of er een woord met een nieuwe betekenis ontstaat wanneer je twee (of meer) woorden aan elkaar schrijft.
Voorbeeld
Het woord ‘maximum’ en het woord ‘snelheid’ hebben ieder hun eigen betekenis. Wanneer je deze woorden aan elkaar schrijft, ontstaat er een nieuwe betekenis: de maximumsnelheid.
Dit geldt dus ook voor:
- Word en document
- ICT en afdeling
- Freelance en contract
Wil je meer voorbeelden of je kennis eens testen? Lees dan zeker ook deze schrijftip: los of aan elkaar?
6. D, t of dt?
D/t-fouten komen voor in alle vormen en maten: hij word, er gebeurd, hij verteld, dit geld voor iedereen. Struikel jij weleens over de d’tjes en t’tjes?
Handigheidje
Om te weten of een werkwoord op ‘d’ of ‘dt’ eindigt, kun je het werkwoord in jouw zin vervangen door het woord ‘loop’.
- Klinkt ‘loop’ het beste, dan eindigt het werkwoord op een ‘d’.
- Klinkt ‘loopt’ beter, dan eindigt het werkwoord op ‘dt’.
Voorbeeld
‘Zij ‘houd(t) niet van vergaderen.’
Vervang nu het werkwoord ‘houden’ door ‘lopen’:
- Zij loop niet van vergaderen (klinkt niet).
- Zij loopt niet van vergaderen (klinkt ook niet echt natuurlijk, maar wel beter).
Je schrijft dus: Zij houdt niet van vergaderen.
Wil je oefenen met het correct spellen van werkwoorden? Dit zijn mijn 5 favoriete én gratis spellingwebsites.
7. Teveel of te veel?
Wanneer schrijf je ‘teveel’ aan elkaar en wanneer schrijf je ‘te veel’ met een spatie?
Twee handige ezelsbruggetjes:
Te veel
Je schrijft de woorden los wanneer je ‘te veel’ kunt vervangen door ‘te weinig’.
Dus: Zijn rapport bevat te veel (te weinig) pagina’s.
Teveel
Teveel schrijf je aan elkaar wanneer je het kunt vervangen door ‘het/een overschot’.Dus: Zijn rapport bevat een teveel (overschot) aan schrijffouten.
8. Dat of wat?
Welke zin is volgens jou goed geschreven?
- Het adviesrapport dat ik geschreven heb.
- Het adviesrapport wat ik geschreven heb.
Twijfel je?
Een korte uitleg
‘Dat’ gebruik je wanneer je verwijst naar een zelfstandig naamwoord. ‘Wat’ gebruik je wanneer je verwijst naar een onbepaald (niet specifiek) woord zoals iets, niets of alles.
Zin 1 is in dit geval dus correct, want ‘dat’ verwijst naar een zelfstandig naamwoord (het adviesrapport).
Wil je weten in welke situaties je nog meer ‘wat’ gebruikt? Lees dan mijn artikel over ‘dat’ of ‘wat’.
9. Jou of jouw?
Dit is echt een oprukkende taalfout. En niet alleen op social media! Ook in zakelijke e-mails kom ik deze fout steeds vaker tegen.
Voor wie dit lastig vindt, een korte uitleg over het juiste gebruik van jou en jouw.
Jouw
Je gebruikt ‘jouw’ bij een bezit. Als je aan wilt geven dat iets van jou is, gebruik je dus ‘jouw’. In dat geval staat er achter het woord ‘jouw’ dus altijd een zelfstandig naamwoord.
Voorbeelden:
- Dank je wel voor jouw reactie (reactie = zelfstandig naamwoord).
- Jouw e-mail (e-mail = zelfstandig naamwoord) zat helaas in mijn spambox.
Jou
Met ‘jou’ verwijs je naar een persoon (dus geen bezit). Achter ‘jou’ staat dan dus geen zelfstandig naamwoord.
Voorbeelden:
- Ik zoek dit direct voor jou uit.
- Is dit rapport van jou?
10. ‘Ik besef me dat ik te laat ben.’
Wat denk je: is deze zin goed of fout geschreven?
Veel mensen realiseren zich niet dat deze zin fout geschreven is. Toch is dat zo. Wat er namelijk gebeurt, is dat de werkwoorden zich realiseren en beseffen (dus zonder zich) met elkaar vermengd zijn tot: zich beseffen.
Wel goed is:
- Ik besef (werkwoord: beseffen) dat ik te laat ben.
- Ik realiseer mij (werkwoord: zich realiseren) dat ik te laat ben.
Succes met deze tips!