Een jaartal, een leeftijd of aantallen: in veel teksten komen cijfers voor.
“Wanneer schrijf je getallen in cijfers en wanneer in woorden?”
Deze vraag krijg ik zeer geregeld, vandaar dat ik de meest voorkomende situaties voor je op een rij heb gezet.
In woorden
Het is gebruikelijk om in teksten de volgende getallen als woord te schrijven:
- getallen tot twintig: twee, negen, tien, zeventien
- tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtig
- honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd
- de ronde getallen daarboven: zesduizend, honderdduizend, miljoen, miljard
Voorbeelden:
- Vier jaar geleden zijn er twintig extra vestigingen in Nederland geopend.
- Bij de demonstratie kwamen maar vierhonderd mensen opdagen.
- Vijftien mensen hebben een klacht ingediend.
En dus:
Deze fiets is verkocht voor 395 euro.
In cijfers
In de volgende situaties schrijf je getallen in cijfers:
Exacte waarden, zoals data, temperaturen, gewicht, geld
3 november 2015
60 ºC
5 kilo
€ 70,-
Nummers die een onderdeel zijn van een groter geheel
Hoofdstuk 1
Paragraaf 2.3
Optie 1 en 2
Groep 8
Getallen die een combinatie vormen met een woord
40-urige werkweek
90-jarig bestaan
3-jarigen
Bij een mix van woorden en cijfers in één zin of alinea.
Dus niet: Van de 45 deelnemers zijn er zeventien gezakt en 28 geslaagd.
Wel: Van de 45 deelnemers zijn er 17 gezakt en 28 geslaagd.